Willem van den Broecke (Mechelen, ca. 1530-Antwerpen, ca. 1580)
Willem van den Broecke (Lat. Guilielmus Paludanus) behoorde tot een grote Mechelse kunstenaarsfamilie. Zijn broers Joris en Pieter waren schilders en zijn broer Hendrick (Ital. Arrigo Fiammingo) maakte fresco’s in Firenze en in het Vaticaan, waar hij de Vaticaanse bibliotheek en de Sixtijnse kapel voorzag van zijn kunst. Waarschijnlijk was de schilder Chrispijn van den Broecke een verwant. Willem werkte het grootste deel van zijn leven in de stad Antwerpen, waar hij een groot atelier had dat een draaischijf vormde voor Mechelse kunstenaars. Hij huwde met Sibilla Rausmauer en kreeg met haar vijf kinderen. De veelzijdige kunstenaar maakte schilderijen, beeldhouwwerken-vooral in albast- en ontwierp huizen. Zo ontwierp en versierde hij zijn eigen huis met de naam ‘De liefde’ aan de Korte Vaartstraat in Antwerpen. Zijn cliënteel bestond uit de lokale en buitenlandse elite. Hij voltooide in zijn leven opdrachten voor de hertog van Alva, werkte aan het Antwerpse stadhuis en de kathedraal en leverde kunst aan de geestelijken van Augsburg, Schwerin en Lübeck.