Sofie Berthout

De Sofie Berthoutbrug verwijst naar de twee gelijknamige vrouwen uit het geslacht van de Heren van Mechelen.

Sofie Berthout, als echtgenote van Hendrik III van Breda (+ 1268)

Zij droeg zij de titel ‘Vrouwe van Breda’. Later werd ze ook Vrouwe van Ekeren, Wouw, Schoten, Merksem en Ligny. Zij stierf tussen 14 augustus 1298 en 23 maart 1300 en werd begraven in de kerk van het Groot Begijnhof extra muros, samen met haar moeder Maria van Auvergne, alias van Lummen (circa 1283).

Sofie werd destijds jaarlijks herdacht in de begijnhoven van Mechelen en Antwerpen en in de Sint-Bernardsabdij van Hemiksem; instellingen die ze tijdens haar leven actief ondersteunde.

In Mechelen schonken Sofie en haar moeder een flink deel van hun gronden aan de begijnen die daardoor het Groot Begijnhof buiten de muren konden oprichten. Ze droeg ook bij aan de organisatie van het begijnhof door mee de statuten te ontwerpen.

Sofie Berthout, alias Sofie van Mechelen

Zij was de enige dochter van Floris Berthout, de laatste mannelijke telg van de Mechelse tak van de Berthouts. Zij was gehuwd met Reinhout II, graaf van Gelder en Zutphen, waarmee zij 4 dochters had. 

Door haar huwelijk werd Sofie ook gravin van Gelre. Zij stierf op 6 mei 1329. Hoewel ze begraven wilde worden in de Minderbroederskerk in Mechelen, kreeg ze een graf in de kloosterkerk van ‘s-Gravendaal (vandaag Graefenthal in Duitsland), laatste rustplaats van de graven en gravinnen van Gelre.