Pieter van der Borcht (Mechelen, ca. 1532-Antwerpen, ca. 1610)

Mechelse stadsmaagd

Portret Dodoensnaar het voorbeeld van een gravure van Van der Borcht

Pieter van der Borcht (Peeter, Lat. Petrus) werd voor 1532 geboren en was de zoon van Jacob van der Borcht (de oude), opperschout van Lier. Hij had vijf broers, met name Jacob (de jonge), Jan, Rombout, Gillis en Pauwel. De zes zonen werden onderwezen in het schildersambacht en sloten zich aan bij het Mechelse en/of Antwerpse Sint-Lucasgilde. Pieter was reeds op jonge leeftijd werkzaam als een ontwerper van etsen en tekenaar. Zo voorzag hij ca. 1551 voor zijn stadsgenoot Rembert Dodoens de illustratie van de titelpagina van het Cruijdeboeck. Vanaf 1564 werkte hij in hoofdzaak uitsluitend voor de drukkerij van Christoffel Plantijn dankzij de introductie van Dodoens. Van der Borcht illustreerde voor Dodoens onder andere diens Frumentorum, leguminum, palustrium et aquatilium herbarum ac eorum quae eo pertinent historia (1566) en Florum et coronarium odoratumque nonnularum herbarum historia (1568).

Omwille van de Spaanse Furie van 1572 vluchtte van der Borcht met zijn hoogzwangere echtgenote Amande Huyghe en hun kinderen (waarschijnlijk Paulus, Susanna, Maria en François) naar Antwerpen. Plantijn en zijn echtgenote Jeanne vingen het gezin van der Borcht op. Pieter had de gastvrije ontvangst te danken aan zijn goede band met de Antwerpse drukker. Zijn vrouw stierf datzelfde jaar kort na de bevalling van hun zoon Benedictus. Ongeveer twee maand later hertrouwde hij met Heylken Geersels. Veel rust kende van der Borcht niet, want al snel kwam die andere bekende botanicus, Carolus Clusius, bij hem aankloppen voor zijn Rariorum aliquot stirpium per Hispanias observatarum historia (1576). Daarnaast produceerde hij ook singerie en prenten voor talloze liturgische teksten. Niet van plan om terug te keren naar Mechelen, verbond hij zich in 1580 als meester aan het lokale kunstenaarsgilde van Sint-Lucas en bekleedde het dekenambt van 1591 tot 1593. In 1597 verwierf hij ten slotte het poorterschap van de stad. Hij stierf waarschijnlijk ca. 1610 in Antwerpen na een rijkgevulde carrière.

Zijn grote, veelzijdige oeuvre en dekenambt als Mechelaar in een Antwerps gilde hebben tot de hypothese geleid dat er niet één Pieter van der Borcht, maar juist meerdere kunstenaars met dezelfde naam actief waren in dezelfde omgeving en tijd. In de recente wetenschappelijke literatuur is deze theorie afgewezen, maar de persoon van Pieter van der Borcht blijft vandaag de dag nog steeds vragen oproepen.

DEPAUW, L.C. “Peeter vander Borcht (1535/40-1608): de kunstenaar als inventor of creator van botanische illustraties?” In De Botanica in de zuidelijke Nederlanden (einde 15e eeuw-ca. 1650), redactie door F. De Nave en D. Imhof, 47-55. Antwerpen: Snoeck-Ducaju & Zoon, 1993.

VAN DER JEUGHT, F. “Nieuwe biografische gegevens over de graveur Peeter van der Borcht en zijn familie in de 16de eeuw.” De Boekenwereld 29 (2012-2013): 93. Nieuws, De Boekenwereld. Jaargang 29 - DBNL.

VAN DER JEUGHT, F. “Nieuwe biografische gegevens over Peeter van der Borcht en zijn familie, schilders van Mechelen in de 16e eeuw.” Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen 116 (2012): 115-132.

DE PAUW-DE VEEN, L. “Pieter van der Borcht-Feest op het ijs bij Mechelen. Openbaar kunstbezit in Vlaanderen 4 (1966): 27a-27b. Pieter van der Borcht - Feest op het ijs bij Mechelen | OKV.

VAN DER STERRE, J.E. “Borcht, Pieter van der.” Grove Art Online, 2003. Geraadpleegd op 8 mei 2024. Borcht, Pieter van der | Grove Art (e-bronnen.be).